Deliverables stap 3A:
Stap 3A1 Vaststellen van de onderdelen van het portfolio
We doen aan het einde van een stone of challenge een uitspraak over het behalen van een leeruitkomst aan de hand van een portfolio of portfolio-assessment (meestal portfolio).
Summatieve toetsing en beoordeling:
gaat over het aantonen van een leeruitkomst
d.m.v. de leeruitkomst vertaald in de beoordelingscriteria, beoordelen wij geïntegreerd de integratie van kennis, vaardigheden en houding, de transfer: het aanpassen van professioneel handelen in verschillende situaties, en zelfregulatie: de zicht van de student op zijn leren en ontwikkeling
stones binnen een impactgebied beoordelen grotendeels op dezelfde kernactiviteiten, per niveau verschillen de leeruitkomsten.
De volgende onderdelen komen voor in élk portfolio, de concrete invulling ervan kan sterk variëren en is afhankelijk van wat bijvoorbeeld passend is bij de beroepspraktijk:
Portfolio bestaat uit: 1. Beroepsproduct(en), 2. Verantwoording en 3. Reflectie:
Beroepsproduct(en): hiermee geeft de student antwoord op het beroepsvraagstuk, dit kunnen één of meerdere beroepsproducten zijn.
Ondersteund met informatie van de student uit verantwoording en reflectie:
Verantwoording van het onderzoek- en werkproces (the making of..) bij voorkeur is dit onderdeel van of behorend bij het beroepsproduct (researchdossier, verantwoording in communicatieplan van onderzoeksresultaten). Soms zal het meer het vastleggen van het maakproces zijn ten behoeve van de studie alleen (dat wil zeggen: niet vanzelfsprekend behorend tot de beroepspraktijk).
Reflectie op eigen leerproces & professionele ontwikkeling en consequenties voor keuzes binnen het curriculum: reflectie en ontwikkeling wordt gestimuleerd in de stone (5 strategieën van FE, didactisch coachen) en in de coachlijn. De student doet verslag van de eigen inzichten aan het einde van de stone.
In SIS is de toetsvorm standaard: ‘portfolio/assessment’, maar daarbij kun je in de uitvoering van het onderwijs alleen voor het portfolio kiezen. Een assessmentgesprek is dan optioneel.
Onderliggende documenten bij de volgende stap:
Powerpointpresentatie bij Opname 2
Stap 3A2 Processtappen in het ontwikkelen van de beoordelingscriteria – gekoppeld aan de kernactiviteiten en aan de leerresultaten van het niveau
Centrale vraag: Welke criteria zijn bepalend voor een valide en betrouwbare beoordeling van het summatieve eindproduct met borging van de leerresultaten van het niveau van de stone?
Als duidelijk is WAT we toetsen (de leeruitkomst) en HOE we toetsen (samenstelling van het portfolio) kunnen we overgaan tot het opstellen van beoordelingscriteria. Deze beoordelingscriteria worden verwerkt in een rubric. Dit is een belangrijke deliverable van stap 3.
Het ontwerpen van een rubric is een proces waarin een aantal keuzes gemaakt moeten worden en de rubric moet herijkt worden en getoetst op validiteit en betrouwbaarheid als de stone eenmaal gegeven wordt. De meest logische keuze voor CO+CB, passend bij de gekozen didactiek van het curriculum, is om een analytische rubric te maken – dus met meerdere criteria- en dat die criteria generiek beschreven worden voor de beroepspraktijk. Dat betekent dat de rubric niet aan de specifieke beroepstaak verbonden is (specifiek voor een opdrachtgever bijvoorbeeld), wel aan de leeruitkomst. Zo is de rubric bij aanpassing van het beroepsvraagstuk nog steeds te gebruiken. Kort gezegd: We omschrijven met de rubric hoe competent gedrag eruitziet in die stone voor het oplossen van beroepsvraagstukken voor die kernactiviteiten en dat niveau.
Stoneteams gaan een rubric ontwerpen op basis van een algemene CO+CB-indeling. We hebben de (voorlopige) keuze gemaakt om de rubrics vorm te geven met geclusterde criteria op basis van de kernactiviteiten van een impactgebied. Die kernactiviteiten worden uitgewerkt met daarin onder andere subcriteria die verwijzen naar de leerresultaten per niveau. We volgen een stappenplan wat daarnaartoe leidt, als dit onlogisch voelt of problemen geeft met de validiteit gaan we over op maatwerk, overleg dan met je onderwijskundig docent. We willen echter op deze manier ontwerpen om zoveel mogelijk voorspelbaarheid in het ‘lezen’ van de rubric te geven, voor studenten en docenten, en om rechtstreeks de omschrijvingen van de leerresultaten per niveau te borgen (voorbeeld in ontwikkeling).
Werkproces voor het maken van een CO+CB-rubric:
Stap 3A3 Processtappen in het ontwikkelen van een rubric
Houdt bij de hand: rubric voor rubrics
De doelen van een rubric
Rubrics worden ontworpen met meerdere doelen: voor de docent om voortgang te bewaken én om het eindproduct te beoordelen, voor de student om inzicht te geven in wanneer die succesvol is en de eigen voortgang te monitoren. We gebruiken de rubric dus voor zowel summatieve (dan heten het beoordelingscriteria) als formatieve doelen (beoordelingscriteria uitgewerkt in succescriteria). De succescriteria komen aan de orde in stap 3B.
Processtappen
De beoordelingscriteria heb je vastgesteld in stap 3A2. om tot een rubric te komen, werk je de beoordelingscriteria uit in verschillende niveaus.
Werk ze in eerste instantie uit met drie niveaus (bijvoorbeeld: goed, voldoende, onvoldoende).
Kies hoeveel niveaus je nodig denkt te hebben, bijvoorbeeld (advies is 5, maar het mag meer of minder). De proef op de som is het beoordelen van een 20-tal studentenwerken en die in stapels leggen. Hoeveel stapels je maakt, zoveel niveaus wil je hebben. Gangbaar is 3-5.
Vraag feedback aan studenten of liever nog; betrek ze eerder in het ontwerp en vraag hen waar een goed product aan voldoet.
Beoordeel je rubric met de ‘rubric voor rubrics’